Familiegedichten



Kinderen

Ach opgroeien, het is me wat.
Voorbij de jonge jaren,
toen ik nog twee prinsesjes had
met blonde vlechtjesharen,
twee meisjes, kirrend van plezier,
als ik, met m’n armen gespreid,
al lachend riep: “Kom hier! Kom hier,
want het is knuffeltijd!”.
Je kunt het helaas niet vermijden,
kleine kinderen worden groot.
Voorbij vliegen de heerlijke tijden
dat je hen koesterde op schoot,
dat ze in je armen vlogen
of paardje reden op je rug.
En straks dan denk je glimlachend
of met twee natte ogen
aan die mooie periode terug.

Ouders

Elke vrouw is iemands dochter,
elke man is iemands zoon,

en daarvoor zijn echt alle ouders,
heel bijzonder, heel gewoon.
Annita van Rumpt

Mijn mama

Mama je komt me altijd steunen,
ik mag altijd tegen je aan leunen.
Heb ik veel verdriet,
ben jij degene die dat het eerste ziet!
Jij probeert me dan te troosten,
zodat we daarna weer volop kunnen proosten!
Ik wil je echt nooit meer uit mijn leven kwijt
en maak ik jou boos, weet dat het me dan spijt!
Ik kan altijd bij jou terecht,
ik weet het zeker jij bent mijn mama echt!

Ik ben heel verwonderd

Ik ben heel verwonderd
en een beetje overdonderd
want al ben ik er zo dichtbij
het blijft een wonder voor mij
In mijn dochter groeit dat wonder
en dat voelt zo heel bijzonder
het gebeurt niet elke dag
dat je van een moeder
moeder worden mag

Kleinkinderen

Dat is iets waarover iedere oma zal dromen
Wanneer de kleinkinderen komen
Ze jou met hun dolle streken
Soms van schrik laten verbleken
Ze jou met hun schaterende lach
Verkwikken, iedere dag
Ze zijn nu nog heerlijk klein
Maar eens zullen het ook pubers zijn
En ik kan er alleen maar op hopen
Dat ze nog net zo vaak bij mij binnen lopen
En dat zij mij dan ook nog iedere dag
Verblijden met hun schaterlach

Ze lijken op elkaar

De zus van haar zusje
De oudste van de twee
Niemand kan het zien
En dat valt niet mee

Lachen doet ze altijd
Ze vertelt me haar verhaal
Ik hoor haar verdriet
Maar haar blik is van staal

De twinkel in haar ogen
Verdwijnt geen moment
Ook al is het soms moeilijk

"Je raakt eraan gewend".

Mijn opa was geweldig

Mijn opa was geweldig,
hij stond altijd voor me klaar.
Hij hielp me met problemen,
zonder ook maar enkel gemaar.

Mijn opa was geweldig,
En had hier nog moeten zijn,
Hier bij mij op aarde,
want we hadden het zo fijn!

Maar mijn opa wou graag naar oma toe
en vond het goed geweest.
Hij zei ik heb mijn tijd gehad,
maar hem mis ik het meest.

Elke dag denk ik weer aan mijn opa,
aan hoeveel ik hem mis.
Aan hoe moeilijk het leven,
zonder hem is.

Maar dan denk ik ook,
aan hoe graag hij naar oma wou.
En ik heb ermee leren leven,
omdat ik wist dat het gebeuren zou.

Dus nu heb ik alleen nog leuke herinneringen in mijn hart,
Herinneringen aan mijn geweldige opa
Herinneringen aan hoe geweldig het was met hem
Herinneringen waar ik mee verder ga.

Mijn opa was een geweldige man
Een betere opa had hij niet kunnen zijn.
Daarom denk ik terug aan die tijd,
want we hadden het zo fijn!

Oh broer waarom?

je schrikt van het geroep,
loopt naar beneden en ziet zijn ogen zo rood als bloed,
je begrijpt niet waarom hij zo doet..
je hartslag gaat te keer, je ziet hij doet je moeder en je zus zeer..
machteloos kijk je voor je uit,
je hoort het geschreeuw en het akelig geluid..
je probeert ze uit elkaar te halen
maar je weet al dat je zal falen..
een grote harde hand tegen je wang,
je schrikt er van en bent bang..
Wetend dat de tranen op komst zijn,
door al het verdriet en de pijn..

Weggeworpen door mijn vader

je reageert nergens op kijk me niet aan
wat zou je doen als ik voor je zou staan?
ik weet niet hoe ik het moet zien
maar voor je eigen dochter negeren krijg jij een tien
al doet het me heel veel pijn
mij krijg jij echt niet klein
ik heb mijn leven wel weer op de rit
en het maakt mij niet meer uit of jij er wel of niet in zit
maar jammer vind ik het wel
jij ziet het leven als één groot spel
ik laat je wel gaan
het heeft toch geen zin meer om achter jou te blijven staan